Laagland Archeologie heeft in juli 2022 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Nikkelsweg 5 (ong.) te Bruinehaar. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de bouw van twee nieuwe woningen.
Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.
Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.
Het plangebied ligt op het hoge deel van een esker. In de grove, grindige zanden heeft zich een veldpodzolbodem ontwikkeld. Tot in de vorige eeuw is het plangebied onontgonnen gebleven. De eerste bebouwing in Bruinehaar verschijnt rond 1711. Vermoedelijk worden vanaf dat moment delen van de omgeving in ontginning genomen. Het plangebied is aldoor onbebouwd gebleven. Op basis van het AHN lijkt het terrein geëgaliseerd. In de omgeving zijn geen archeologische resten geregistreerd. Dat wil niet zeggen dat deze niet in de omgeving voorkomen; rondom Bruinehaar is tot op heden amper archeologisch veldonderzoek uitgevoerd.
Op basis van de landschappelijke kenmerken kunnen resten uit de periode Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen worden verwacht. Op basis van de historie van het gebied worden geen resten uit de Late Middeleeuwen verwacht en geldt een lage verwachting op resten uit de Nieuwe Tijd.
Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.
Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem overwegend tot in de C-horizont is verstoord. In twee boringen is nog een intacte BC-horizont aangetroffen. Het oorspronkelijke woonniveau is verdwenen. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht.
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie.
Dit advies in hande...