RAAP heeft in februari 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd binnen het plangebied Zonnewoud te Zeewolde in de gemeente Zeewolde. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.
De bodemopbouw die tijdens het verkennend onderzoek in het onderzoeksgebied is aangetroffen komt sterk overeen met wat op voorhand werd verwacht. In alle boringen is aan de basis een pakket pleistocene afzettingen aangetroffen, geïnterpreteerd als dekzand (Laagpakket van Wierden, onderdeel van de Formatie van Boxtel). In één boring (boring 13) is in de top van het dekzand een podzolbodem aangetroffen. In de overige boringen is de top van het dekzand verspoeld. De Oude Getijdenafzettingen zijn, zoals verwacht, niet binnen het onderzoekgebied aanwezig.
In het zeefresidu van het monster dat is genomen van de in boring 13 aangetroffen podzolbodem zijn 49 kleine houtskoolfragmenten, enkele kleine fragmenten vuursteen zonder bewerkingssporen, fragmenten knappersteen en vissenwervels en –tanden aangetroffen. De visresten hebben een zwarte kleur en zijn vermoedelijk onverbrand. Ze zijn in ieder geval niet gecalcineerd (te herkennen aan een witte kleur), wat zou wijzen op een hoge verbrandingsgraad. De visresten zouden ook afkomstig kunnen zijn uit de Flevomeer Laag, die direct op het dekzand ligt en vormen, mede gezien het feit dat de resten vermoedelijk onverbrand zijn, geen indicator voor een vuursteenvindplaats. De combinatie van de andere in het zeefresidu aangetroffen indicatoren (vuursteen, houtskool en knappersteen) kunnen echter wel wijzen op de aanwezigheid van een vuursteenvindplaats. Mogelijk zijn deze indicatoren te relateren aan het in 2001 op circa 290 m ten noordoosten van boring 13 aangetroffen neolithische aardewerk.
Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het oostelijk onderzoeksgebied archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Deze resten zijn alleen in boring 13 aangetroffen, vanaf 160 cm –mv, in de top van het dekzand, waarin een podzolbodem aanwezig is.