De initiatiefnemer heeft het voornemen om een nieuw zorgcentrum te realiseren aan de Nansenbaan in Goes op vier percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Goes, Sectie V, Perceel 120, 595, 617 en 618. Hiertoe werd de voormalige boomgaard gerooid. Het plangebied beslaat een oppervlakte van circa 25.244 vierkante meter. In het kader van de benodigde omgevingsvergunning werd reeds in 2009 een Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd. Uit het vooronderzoek is gebleken dat er enkel een verwachting geldt voor het vinden van archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd in de top van de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren. Het jaar erop is vervolgens een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Hierin worden mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen planologisch beschermd door een dubbelbestemming waarde archeologie 1. Binnen het gebied geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die groter zijn dan 50 vierkante meter en dieper reiken dan 0,40 meter beneden maaiveld. Op basis van het vooronderzoek en omdat de vrijstellingsgrenzen met de nieuwe ontwikkeling van het terrein zullen worden overschreden, heeft de bevoegde overheid besloten dat nader onderzoek in de vorm van een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven noodzakelijk was. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden meerdere archeologische sporen vastgesteld die zich in de top van de inversierug manifesteerden en/ of in de menglaag die zich tussen de bouwvoor en de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren bevond (0,66 m +NAP - 0,10 m -NAP/circa 0,70 - 0,80 m -mv). Deze sporen (greppels etc.) konden grotendeels worden gerelateerd aan het agrarisch landgebruik uit de Nieuwe Tijd en de meer recente tijd. Een beperkt aantal sporen kon worden gedefinieerd als de uitbraaksleuven van een moderne boerderij. Bovengenoemde sporen en complexen werden gedocumenteerd en beschreven maar verder niet als vindplaats gedefinieerd en gewaardeerd. Dat is wel het geval voor de restanten van een oude weg, die in de zuidwestelijke hoek van het plangebied werd aangetroffen. Een waardering van deze vindplaats, in overeenstemming met bijlage IV Waarderen van vindplaatsen in de KNA 4.1, leert dat deze vindplaats zowel op basis van fysieke als inhoudelijke kwaliteiten niet behoudenswaardig wordt geacht.