In 2018 heeft Antea Group een archeologisch bureauonderzoek en een archeologische begeleiding (protocol opgraven, 4004) uitgevoerd. Dit op basis van een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen en in het kader van werkzaamheden ten behoeve van een betere afwatering van de polder aan de zuidzijde van Hollum te Ameland. De bodemroerende werkzaamheden bestonden uit het uitgraven van een voormalige slenk (‘slenk Visser’). Het plangebied ligt aan de zuidrand van het dorp Hollum tussen het Leendertswiel en de teensloot van de Waddenzeedijk. Het archeologisch onderzoek vond plaats als voorwaarde bij de hiervoor benodigde omgevingsvergunning.Als leeswijzer geven we mee dat het bureauonderzoek in dit rapport integraal is opgenomen als hoofdstuk 2. Van het Programma van Eisen zal in hoofdstuk 3 een samenvatting wordengepresenteerd. In hoofdstuk 4 en 5 worden de resultaten en de beantwoording van de onderzoeksvragen op basis van het veldonderzoek en de uitwerking verwoord. Het plangebied ligt ten zuiden van Hollum in een gebied dat landschappelijk, vanaf het begin van de bewoning op Ameland in de 10e-11e eeuw tot aan de bouw van de Waddenzeedijk (1929/1930), kan worden gekarakteriseerd als kwelder. De kwelders werden de grieën genoemd en waren in gebruik als buitenweide waar het vee bij laagwater werd geweid. Meer specifiek is het plangebied historisch interessant vanwege de aanwezigheid van een slenk, bestaande uit een geul en een oeverzone die door de vissers van Hollum werd gebruikt als rede. Gelegen op de zuidrand van de duinen bezat Hollum geen natuurlijke haven en in een dergelijke geul die zich bij hoogwater vulde konden de boten toch relatief veilig en dichtbij worden aangemeerd. Van het gebruik van de slenk als rede kunnen zich in de voormalige geul nog resten bevinden, zoals resten van aanlegsteigers, gezonken schepen (in het geulzand ingebed wrakhout), ankers, inventaris en dergelijke.Deze maritieme verwachting geldt, vanwege de connectie met de visserij, vooral voor de periode tussen de 16e en de 18e eeuw, maar vermoedelijk in mindere mate ook voor de late middeleeuwen en de 19e eeuw.De nu te herstellen slenk ligt echter grotendeels ten westen van de oorspronkelijke geul. Ongeveer 75 m van het plangebied overlapt met de geul van de oorspronkelijke slenk.De specifieke verwachting uit het vooronderzoek was dat er sprake was van de hiervoor beschreven slenk als aanlegplaats voor vissersboten, of kleine vaartuigen, bijvoorbeeld van lichter...