Naar aanleiding van een geplande bodemsanering, sloop en nieuwbouw aan het Voerstlaantje 2 te Nijkerk, gemeente Nijkerk (GD) heeft Laagland Archeologie heeft op 10 en 11 november ter plekke een Inventariserend veldonderzoek-proefsleuven uitgevoerd. Op het terrein is geen eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Vanwege de ligging van het plangebied binnen de historische kern van Nijkerk is door het bevoegd gezag besloten direct een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. Het onderzoek had tot doel om te bepalen in hoeverre behoudenswaardige archeologische waarden met verstoring door de voorgenomen bodemingrepen werden bedreigd en diende antwoord te geven op de in het PvE opgestelde onderzoeksvragen. Bij dit onderzoek is binnen het plangebied een relatief intact bodemarchief aangetroffen dat als behoudenswaardig te classificeren is. Naar aanleiding van de bevindingen is een selectie-advies opgesteld, waarin geadviseerd is een deel van de bodemverstorende werkzaamheden archeologisch te laten begeleiden. Dit advies is door de bevoegde overheid, Gemeente Nijkerk, overgenomen. Voor de uitvoering van het vervolgonderzoek is een ‘Addendum Programma van Eisen’ opgesteld, dat door de bevoegde overheid is goedgekeurd. Op basis daarvan is van 22 tot en met 25 november 2021 een opgraving variant archeologische begeleiding uitgevoerd conform KNA-protocol 4004-opgraven . Bij het proefsleuvenonderzoek zijn twee proefsleuven onderzocht. Één proefsleuf is haaks op het Voerstlaantje aangelegd ter plekke van de gesloopte bebouwing met een profiel dwars over de voormalige stadsgracht Deze is aangetroffen in een ca. zeven meter brede zone langs het Voerstlaantje op een diepte van ca. één ruim tot 2,5 meter met niet al te vondstrijke vullingen uit voornamelijk de 17e en 18e eeuw. Een tweede proefsleuf is buiten de gesloopte bebouwing aangelegd aan de binnenzijde van de voormalige stadsgracht. Hier zijn tot een diepte van één tot anderhalve meter sporen en lagen uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd aangetroffen. Bij het proefsleuvenonderzoek is vastgesteld dat het behoudenswaardige deel van het bodemarchief zich onder recente ophogingen voornamelijk op meer dan een meter diepte bevindt onder de geplande ontgravingsdiepte. Vanwege het verwachte geringe verlies aan aanvullende informatie ter plekke van de voormalige stadsgracht en het zuidwestelijk deel van het plangebied is besloten de bodemsanering en het verwijderen van bestaande funderingen in de grachtvullingen niet a...